In een reeks thema-avonden bij De Associatie voor Coaching was op 3 oktober 2013 het thema:
Zintuigen in de coaching
…om uit het referentiekader te komen
Tussen ons en de wereld staan onze zintuigen. Zij zijn onze toegangpoorten tot de werkelijkheid om ons heen. Niet dat dit altijd een adequate weergave van die werkelijkheid oplevert (steek maar eens een stok in het water, die lijkt dan gebroken, maar is dat niet). Dat een betere informatievoorziening dan via zintuigen kennelijk niet voor handen is, blijkt uit het gegeven dat deze universeel zijn. Alle diersoorten (waaronder ook de mens) beschikken over ogen, oren, neuzen, smaakpapillen, tast- en evenwichtszintuigen, al is er verschil in de mate van gevoeligheid en toepassingsbereik. Zo is een mol zo goed als blind, een arend extreem verziend, zien katten weliswaar uitstekend in de schemering, maar zijn zij overdag kleurenblind en kunnen sommige vogels en vlinders kleurnuances onderscheiden die voor mensen letterlijk onvoorstelbaar zijn.
Met onze zintuigen nemen wij dus, zo goed of zo slecht als deze ontwikkeld zijn, onze omgeving waar, dat gebeurt zelfs onbewust. Onder hypnose herinneren we ons beelden waarvan we ons niet bewust waren, onder narcose blijven we horen wat de chirurgen tegen elkaar zeggen (oppassen geblazen dus) en geuren kunnen ons terugbrengen naar onze kindertijd, naar een vakantie of wat dies meer zij. Omdat de mens voornamelijk visueel (het gezicht) en auditief (het gehoor) is ingesteld, gaat deze thema-avond juist in op ons olfactorisch vermogen (de reukzin). Waarom is het zo moeilijk geuren te benoemen, terwijl we een geur vaak jaren na dato wel herkennen? Hoe sturen geuren ons gedrag en welke betekenis hebben ze voor ons sociale gedrag? En hoe is dat te gebruiken in de relatie tussen coach en coachee?
Gebaseerd op Verborgen verleider, Piet Vroon et al, 1994