Drie fasen bij confronteren
Wat is confronteren?
Confronteren is de “zwaarste” vorm van aanspreken. Veel facilitatoren gaan confrontaties het liefst uit de weg. Confronteren wordt vaak als synoniem gebruikt voor “kritiek leveren” of “iemand onderuit halen”. Echter, een goede confrontatie is bedoeld om direct een positieve verandering in het gedrag van leden of een lid van de kenniskring te bewerkstelligen.
Aandachtspunten voor hoe het werkt:
- Je geeft het op een systematische manier.
- Je blijft bij het hier en nu, haalt geen oude koeien uit de sloot.
- Je let op de timing, zoekt een goede gelegenheid.
- Je beperkt je tot het belangrijkste en overvoert de ontvanger(s) niet.
- Je geeft aan waarom en geeft verbetersuggesties.
- Geef verduidelijking als de ontvanger(s) het niet begrijpt.
- Onderstreep het belang van de door jou gewenste verandering in het gedrag van de andere(n).
Voer de confrontatie volgens drie fasen uit om een constructief effect teweeg te brengen:
Fase 1. Confronteren / presenteren
- Beperk weerstand en negatieve emoties: wees specifiek, zeg duidelijk welk probleem je bedoelt en hoe je dat ziet.
- Beperk het onderwerp: één probleem tegelijk.
- Leg de nadruk op verandering: wees toekomstgericht, spreek de wens uit naar verandering, vraag niet waarom het fout ging.
Fase 2. Gebruik de reacties om informatie te verkrijgen
- Los weerstand op: laat eigen agenda vallen, richt je op de zorgen en gevoelens van de ander(en), niet op die van jou.
- Verzamel informatie: geef aandacht, erken, hum, ja ja, vraag door, reflecteer, vat samen.
- Eens worden over probleem: bevestig, sluit de cirkel, bereik wederzijdse overeenstemming over het probleem en de oorzaken.
Fase 3. Oplossen
- Eigenaar van het probleem: maak een ontwikkelstrategie, hoe ga je (jullie) het aanpakken, hoe plannen we de follow up?
- Volgende stappen: review, ga nog eens de hoofdpunten van het gesprek na om wederzijds begrip te bevestigen en nogmaals vast te stellen wie probleemeigenaar is.
- Positieve relatie + commitment: bekrachtig, spreek je positieve verwachtingen uit en zeg wat je goed vindt aan (een lid van) de kenniskring of het gesprek.
Net als feedback geven is confronteren geen activiteit die altijd in dankbaarheid wordt aanvaard. Confronteren vraagt niet alleen psychologisch inzicht van je maar ook moed. Je kunt je afvragen of hij/zij je nog wel aardig vindt als je confronteert: “Past het wel bij mijn rol om “onaardig” te zijn?”
Wanneer gebruik je het?
Als feedback geven niet het gewenste resultaat heeft, dan schakel je over naar confronteren.
Geef aan dat je de relatie wilt behouden én dat de deelnemer zijn gedrag echt moet veranderen.
Wat levert het op?
- Transparantie, explicitering van doelen en afspraken.
- Mogelijkheid voor de aangesprokene(n) hun gedrag te veranderen.
- Duidelijkheid en mogelijk deëscalatie van problematische situaties.