
In een reeks thema-avonden bij De Associatie voor Coaching was op 6 juni 2013 het thema:
Coaching als taalspel
Je slaat de spijker op zijn kop! Een moedertaalspreker ziet hierin overduidelijk een figuurlijk bedoelde zin en … ehm … hij slaat daarmee de spijker op zijn kop! De zinsnede kan echter ook letterlijk opgevat worden, alhoewel het dan slechts een grove weergave van de werkelijkheid is. Wat voor een hamer? Wat voor een spijker? Een flinke mep of een tikje? Doorgaans begrijpen we elkaar goed genoeg, of althans dat denken we, maar de dagelijkse taal lijkt toch echt ontoereikend voor een eenduidige weergave van wat we echt bedoelen. En dat is wellicht wat onhandig, aangezien een groot deel (wellicht het grootste deel) van de interactie tussen coach en coachee plaats vindt via taal. En die taal moet wel betekenis hebben.
Aan de analytische filosofie, de filosofie van de gewone taal, is een methode ontleend om de betekenis van een taaluiting te achterhalen. Een dergelijke taaluiting, waarvan de betekenis expliciet aan de orde moet worden gesteld, is een coachingsvraagstuk. De omstandigheden waaronder het vraagstuk zich heeft aangediend, wordt in de analytische methode taalspel genoemd. Als coach en coachee gezamenlijk de – vaak impliciete – spelregels van het taalspel expliciet maken, ontstaat zicht op de betekenis van de vraag. Niet zelden ligt het antwoord vervolgens voor het oprapen.
In deze thema-avond gaan we in op de taalspelmethode als handvat voor de coach en de coachee om tot een adequate respons op het coachingsvraagstuk te kunnen komen.
Gebaseerd op Denkgereedschap, Paul Wouters, 1999.